top of page

Adviezen voor een goed toiletgedrag

Adviezen bij urge-incontinentie:

Blaastraining, waarbij getraind wordt op het steeds iets langer kunnen ophouden van de plas bij aandrang.

Hierdoor worden de tusenpozen langer en de volume in de blaas groter tot een normale frequentie en volume.

 

Goed toiletadvies bij het plassen:

​

Goed plassen voorkomt nattigheid ! 

Neem altijd de tijd om naar het toilet te gaan. Hoe rustiger, hoe effectiever! Hoe beter uw blaas of darm geleegd is, hoe langer het duurt voordat u weer naar het toilet moet.

Een plasje kan soms best even uitgesteld worden. Als u het drinken van ongeveer 1½ tot 2 liter mooi verdeelt over de dag zult u ongeveer 6 tot 8 keer per etmaal plassen. In een gezonde volwassen blaas past normaal gesproken 300 tot 500 cc. Een en ander hangt af van wat de blaas is gewend.

 

Aandrang voor ontlasting uitstellen betekent vaak dat de aandrang verdwijnt en voorlopig niet meer terugkomt. Dat kan leiden tot verstopping.

 

Ga altijd goed op het toilet zitten. Dat betekent dat u goed op de bril gaat zitten en niet op het voorste puntje of (nog erger) dat u boven de bril blijft hangen. Zorg dat uw voeten plat op de grond kunnen steunen. Bij kinderen of bij kleine volwassenen is het raadzaam een voetenbankje of opstapje te gebruiken. Wanneer u alleen met uw tenen kunt steunen ontstaat er veel spierspanning in de benen en de bekkenbodem en zal het plassen en /of ontlasten bemoeilijkt worden.

​

Het plassen:

Ga goed rechtop op het toilet zitten, de voeten op de grond, de handen liggen op de bovenbenen.

Ontspan de bekkenbodemspieren en plas in één keer rustig en volledig uit.

Pers niet mee. Laat de blaas zelf het werk doen. Meepersen helpt niet, het kan zelfs de plasbuis een beetje dichtdrukken.

Wanneer er geen urine meer komt, kantelt u rustig het bekken een aantal keren voor- en achterover. Zo kunnen ook de laatste restjes urine naar de plasbuis stromen en kunnen deze uitgeplast worden.

Rond het geheel af door de bekkenbodemspieren even goed aan te spannen, dan te ontspannen en daarna pas op te staan.

Wanneer u wel drang hebt maar de urine moeilijk of niet wil komen, kunt u ook proberen te kantelen. Beter is om een aantal keren uw bekken-bodemspieren rustig aan te spannen en weer los te laten. Zo komt de plasreflex meestal goed op gang.

Ga nooit “stippeltjes of streepjes plassen”. Dit is geen goede oefening en kan leiden tot het achterblijven van urine en daardoor tot urineweginfecties.


In de praktijk blijkt het moeilijk om op de juiste manier te plassen.
Bij het plassen gaan vaak de volgende zaken verkeerd: persen tijdens het plassen, verkeerd zitten, boven het toilet hangen en niet goed uitplassen. 

​

LET OP: Help stippeltjesplassen de wereld uit!

Vaak wordt nog het "stippeltjes plassen " toegepast. Dit is al ruim 20 jaar een verboden oefening omdat uit onderzoek is gebleken dat er urine terugstroomt, met bacteriën uit de plasbuis, in de blaas. Hierdoor is er steeds een vergrootte kans op blaasontstekingen. Bovendien remt het aanspannen van de bekkenbodem de plasreflex, waardoor de blaas te vroeg stopt met plassen. Er blijft dan steeds urine achter in de blaas. En de blaas leert om niet meer uit te plassen, waardoor hij steeds sneller vol raakt. Men kweekt er dus een klacht bij.!

 

Adviezen voor een juiste plasgedrag:
Er zijn een aantal adviezen te geven om ervoor te zorgen dat u op een juiste manier plast:

  1. Het duurt even voordat de blaas volledig leeg is. Daarom is het belangrijk om er een gewoonte van te maken om de tijd te nemen om te plassen.

  2. Zorg voor een goede toilethouding. Dit betekent rechtop en niet onderuitgezakt zitten, met het bekken voorover gekanteld en de schouders ontspannen. Op deze manier is de urinebuis recht, waardoor de urine er makkelijk uitloopt.

  3. De bekkenbodemspieren dienen ontspannen te zijn tijdens het plassen. De plasreflex begint namelijk met het ontspannen van de bekkenbodemspieren.

  4. Pers niet mee tijdens het plassen. Dit geeft onnodige druk op de plasbuis en kan het plassen bemoeilijken.

  5. Plas in één keer uit. Wanneer de straal onderbroken is kan de plasreflex gestopt worden en kan het zijn dat niet meer gevoeld wordt dat er nog vulling in de blaas is.

  6. Kantel na het plassen het bekken een paar keer voor en achter over. Soms komt er dan nog wat urine.

  7. Trek na het plassen de bekkenbodemspieren in om eventueel nadruppelen te voorkomen. Daarna kan de bekkenbodem weer ontspannen.

  8. Bij het gebruik van toiletpapier niet strijken maar deppen. Dit is namelijk beter voor het slijmvlies en zo kunnen schimmelinfecties en andere irritaties worden voorkomen.

​

Goed toiletgedrag bij ontlasting:

Het ontlasten:

Voldoende drinken (1½ tot 2 liter) per dag en een vezelrijke voeding houden de ontlasting zacht genoeg om deze zonder veel moeite kwijt te raken.

Wanneer u drang tot ontlasting voelt, gaat u direct naar het toilet.

  • Ga rechtop op het toilet zitten, de voeten op de grond, de rug iets bol, de kleding goed naar beneden.

  • Pers rustig terwijl u uit ademt en de buik bol maakt.

  • Richt de druk naar de anus.

  • Wanneer de ontlasting niet komt, ademt u een aantal keren rustig in en uit. De buik beweegt hierbij goed mee (buikademhaling).

  • Als de ontlasting nog niet komt, kantelt u 10 keer het bekken achterover en ademt u hierbij rustig uit. Maak eventueel gebruik van een voetenbankje.

  • Komt de ontlasting niet terwijl u toch behoorlijke drang hebt, ga dan ca. 10 minuten intensief bewegen. Ga hierna weer naar het toilet en probeer opnieuw op de juiste manier ontlasting te krijgen.

 

Adviezen bij obstipatie:

Goed drinken: 1,5 tot 2 liter per dag.!

Let op uw eten, vezelrijk. Evt. in overleg met een dietiste.

Regelmatig bewegen, minstens een half uur per dag.

​

bottom of page